Drie financieringsbronnen
De zorg wordt gefinancierd vanuit drie bronnen.
De ziektekostenverzekering: Iedere Nederlander is verplicht verzekerd en krijgt de zorg die in het basispakket zit. Daaronder valt ook verzorgen en verpleging thuis. Toegang tot deze zorg gaat doorgaans via de huisarts.
De gemeente in het kader van de WMO of Jeugdwet: Voor mensen met een langdurige beperking of ziekte die geen 24-uurs directe beschikbaarheid van zorgverleners nodig hebben, wordt de zorg gefinancierd door de gemeente. Iedereen die zorg nodig heeft in verband met een beperking of een chronische ziekte kan hiervoor een beroep doen op de gemeente.
De Wet Langdurige Zorg: Voor mensen die levenslang en levensbreed zorg nodig hebben en daarbij de directe beschikbaarheid van zorgverleners 24 uur per dag, wordt de zorg gefinancierd vanuit de WLZ. De uitvoeringsverantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de zorgkantoren die een onderdeel zijn van de zorgverzekeraars. Toegang tot WLZ-zorg kan alleen als daarvoor door het CIZ (centraal indicatieorgaan zorg) een indicatie is afgegeven.
Welke van deze financieringsbronnen voor u van toepassing is, wordt eigenlijk bepaald door het CIZ . Als het CIZ een indicatie afgeeft voor de WLZ, is dat bepalend. De gemeente kan zich dan terugtrekken en ook delen van de zorg in het kader van de zorgverzekeringswet worden door de WLZ overgenomen (o.a. de kosten van de huisarts, medicijnen en andere eerstelijns voorzieningen)
Hoe dit toegangsproces verloopt verschilt enigszins tussen kinderen en volwassenen.
Voor kinderen
Als uw kind klein is, en als duidelijk is dat er sprake is van een verstandelijke beperking, zal de eerste jaren de huisarts of kinderarts een belangrijke rol spelen, en kunt u naar de gemeente worden doorverwezen om specifieke zorg in het kader van de wet op de jeugdzorg te krijgen.
Als uw kind 5 jaar is wordt gekeken hoe ernstig de beperking is en of de verwachting is dat uw kind levenslang en levensbreed zorg nodig heeft en daarbij ook de zorgverleners in de directe nabijheid moet hebben. Als dat het geval is zal door het CIZ een indicatie voor WLZ-zorg afgegeven worden. De gemeente hoeft dan niet meer de zorg te financieren in het kader van de wet op de jeugdzorg. De noodzakelijke zorg wordt dan betaald vanuit de WLZ.
Voor volwassenen
Als u verwant zorg krijgt vanuit de WMO zal, bij een toename van de zorgbehoefte, het moment kunnen komen dat u zelf, of zorgverleners, tot de conclusie komen dat hij wellicht in aanmerking moet komen voor WLZ-zorg. Ook de gemeente kan van mening zijn dat er meer zorg nodig is dan in het kader van de WMO verwacht mag worden.
De vraag wordt dan aan het CIZ voorgelegd dat moet beoordelen of er inderdaad een indicatie voor WLZ-zorg moet worden afgegeven. Als het CIZ dit nog niet aan de orde vindt, blijft de gemeente verantwoordelijk. Als er wel een WLZ-indicatie komt, wordt dit doorgegeven aan het zorgkantoor. U krijgt dan van het zorgkantoor een onafhankelijke cliëntondersteuner die samen met u kijkt hoe de zorg het best ingezet kan worden.
Klik hier als u meer wilt weten over de zorg in de WMO
Klik hier als u meer wilt weten over de zorg in de WLZ