Er komen steeds meer mogelijkheden voor individueel begeleid werk binnen reguliere bedrijven. De begeleiding kan op verschillende manieren geregeld worden. Vaak gaat het om een combinatie van een medewerker van het bedrijf die de persoon met een beperking tijdens de werkzaamheden zo nodig begeleid, daarbij ondersteund door een jobcoach die periodiek komt kijken hoe het gaat en adviezen kan geven aan de persoon met de beperking of aan diens werkbegeleiders. Ook kan de jobcoach in het begin meer aanwezig zijn om de persoon met een beperking te trainen voor de te verrichte werkzaamheden.
Er is een onderscheid gemaakt tussen werken met behoud van de WAJONG uitkering en loonvormend werk. Bij loonvormend werk betaalt de werkgever een normaal salaris. Van de werknemer wordt verwacht dat deze voldoende produceert en niet teveel begeleiding daarvoor nodig heeft van zijn collega’s.
In 2015 is een nieuwe regeling ten aanzien van de WAJONG ingevoerd. Deze houdt in dat iemand die een arbeidsvermogen heeft van tenminste 20% geen recht heeft op de gewone WAJONG uitkering van 75% van het minimumloon, maar op een lagere uitkering van 70% van het minimumloon. Mensen die al voor 2015 een WAJONG uitkering hadden, kunnen opnieuw worden beoordeeld en voor hen zal de eventuele aanpassing van de uitkering per 2018 ingaan.
Niet alle Wajongers worden opnieuw beoordeeld. De uitzonderingen zijn voor:
- Wajongers die voor 1 januari 2018 de pensioengerechtigde leeftijd bereiken;
- Wajongers die in een studieregeling zitten (die worden pas na afronding van de studie opnieuw beoordeeld);
- Wajongers van voor 2010 waarvan al is vastgesteld dat ze enig arbeidsvermogen hebben;
- Mensen die na 2010 in de Wajong zijn gekomen, omdat toen al bij de keuring is gekeken naar een eventueel arbeidsvermogen.
Mensen die een arbeidsvermogen hebben van tenminste 20% vallen onder de participatiewet. De gemeente is dan verantwoordelijk voor de ondersteuning bij het vinden van een gewone betaalde baan. Formeel zou dit ook van toepassing zijn op mensen die zorg krijgen in het kader van de WLZ. Hoe dat in de praktijk gaat gebeuren is nog niet bekend. KansPlus wordt graag door u op de hoogte gehouden als u hier ervaringen mee heeft.
De herbeoordeling zal in eerste instantie door het UWV gedaan worden op basis van dossieronderzoek. Uw verwant hoeft daarvoor dus niet daadwerkelijk door een keuringsarts gezien te worden. Als u het niet eens bent met de uitslag van dit dossieronderzoek, kunt u te allen tijde alsnog een fysieke herbeoordeling vragen. Het kan raadzaam zijn om daarbij ook de ondersteuning van een onafhankelijke cliëntondersteuner te vragen.
Als u vragen heeft omtrent de herbeoordeling kunt u voor advies contact opnemen met ons Kennis & Adviescentrum
Hier kunt u een folder van het UWV over dit onderwerp vinden.