Kinderen met een verstandelijke beperking of een aandoening als autisme of adhd zijn gevoeliger voor het ontwikkelen van gedragsproblemen dan andere kinderen. Er zijn ook bijzondere aandoeningen die bijna altijd gepaard gaan met moeilijk hanteerbaar gedrag. Dat maakt het opvoeden van deze kinderen extra moeilijk.
Het is heel normaal om daar ondersteuning bij de vragen. Als uw kind nog thuis woont en minderjarig is, zult u waarschijnlijk al contacten hebben met het wijkteam dat verantwoordelijk is voor de zorg in het kader van de wet op de jeugdzorg. Bij dit team kunt u aangeven dat u extra ondersteuning nodig heeft bij het vinden van een goede manier om uw kind te helpen.
Maar u kunt ook ondersteuning voor uzelf vragen. Het opvoeden van een kind met een beperking en gedragsproblemen kost veel energie en kan leiden tot spanningen in het gezin. Als u voelt dat het teveel voor u wordt, is het belangrijk om niet alleen voor uw kind, maar ook voor uzelf ondersteuning te vragen. Als u niet goed voor u zelf zorgt, is het ook moeilijk om goed voor uw kind te zorgen.
Kijk naar de oorzaken van het gedrag
Er zijn veel verschillende benaderingen en methodieken die zich richten op kinderen met probleemgedrag. Het lastige met ‘probleemgedrag’ is dat de nadruk vaak sterk op het gedrag gelegd wordt. Dat is begrijpelijk omdat het gedrag van het kind de rust in het gezin verstoort . Het gedrag staat echter niet op zich. Het is een uiting van het feit dat het kind emotioneel of psychisch opgewonden is en onvoldoende zelfcontrole en vaardigheden heeft om hier op een andere manier uiting aan te geven. Methodieken die niet ingaan op deze onderliggende problemen van het kind, kunnen op korte termijn misschien wel lijken te helpen omdat het gedrag verandert, maar op de langere termijn kan het zijn dat het kind er niet gelukkiger op wordt en steeds meer als ‘gedragsmoeilijk’ gezien wordt.
Als door hulpverleners een methode wordt voorgesteld, is het ook belangrijk dat u zich hier goed bij voelt. Als de methode bijvoorbeeld van u vraagt uw kind streng te behandelen, terwijl u zelf voelt dat het kind iets anders nodig heeft, is het beter om dit advies niet over te nemen en te vragen om een andere methode die meer bij u past.
Als u uw eigen ervaringen met bepaalde methoden met anderen wilt delen, kunt u dit in het commentaarvak onder aan deze pagina aangeven.
In een instelling
Als uw kind niet meer thuis woont, maar in een instelling, heeft u misschien wel niet meer direct te maken met eventueel verstorend gedrag van uw kind, maar het zal u zeker niet loslaten.
Helaas komen we nog in veel instellingen tegen dat op een erg beheersmatige manier wordt omgegaan met wat ze probleemgedrag noemen. Door het gedrag als probleem te bestempelen en daar op beheersmatige manier – bijvoorbeeld met belonen en straffen, met veel structuur of met een strenge houding – te proberen dit gedrag te veranderen, worden de problemen voor uw kind zelf zelden opgelost. Het meeste verstorend gedrag wordt veroorzaakt door frustratie door gebrek aan kwaliteit van leven, door angst of gewoonweg door onvermogen om lastige situaties anders op te lossen. Deze problemen van uw kind worden niet opgelost door beheersmatig op het gedrag te reageren.
Als u ziet of hoort dat dit wel gebeurt, kunt u daar rustig stelling tegen nemen en een andere benadering eisen.
Dit begint al met anders over uw kind praten en schrijven. Als in een ondersteuningsplan geschreven wordt dat uw kind af en toe agressief is of dat het bijvoorbeeld erg claimend is, is dat een negatieve benadering die vaak uitmondt in een beheersmatige aanpak. Als gezegd wordt dat uw kind zijn frustratie af en toe niet kan hanteren, of dat het erg veel behoefte heeft aan aandacht, is dat een positieve beschrijving van wat aan de hand is, en zal dat eerder leiden tot een meer ondersteunende dan een corrigerende houding. Als u het zelf lastig vindt om dit in te brengen in een ondersteuningsplan gesprek, kunt u daarvoor een beroep doen op de onafhankelijke clientondersteuning waar u recht op heeft.
Als de problemen van uw kind ernstig zijn kunt u ook vragen om het CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise) in te schakelen. Hier is veel deskundigheid en ze kunnen op een objectieve manier kijken wat uw kind nodig heeft.
U kunt ook altijd contact opnemen met het KansPlus Kennis- en adviescentrum voor advies.