Het Verhaal
KansPlus, Belangennetwerk verstandelijk gehandicapten is dé vereniging voor mensen met een verstandelijke handicap, hun ouders, broers, zussen en andere naasten.Waarom hoor ik er nu pas van?
Dat je er nu pas van hoort, kan kloppen, want KansPlus in de huidige vorm bestaat pas vanaf 6 oktober 2007.
Maar we zijn al lang bezig hoor. Want in de zestiger jaren van de vorige eeuw bestonden er al twee ouderverenigingen “Helpt elkander” en “Voor het zorgenkind” die ook in dit deel van Gelderland actief waren. In 1976 besloten beide verenigingen te gaan fuseren en verder te gaan als Vereniging Ouders van Geestelijk Gehandicapten (VOGG). Nederland werd in zo’n negentig afdelingen verdeeld waarbij het hoofdkwartier in het centrum van het land, in Utrecht werd gepland. In die jaren waren er natuurlijk meer van dit soort belangenorganisaties. Allemaal in het belang van het kind, het belang van de ouders, hun verblijfplaats en levensovertuiging. Zo was er ook het Werkverband van Ouders rond Internaten (WOI) met haar vijftig werkverbanden.
Doordat we allemaal hetzelfde willen en hiermee ook bezig zijn, werd het belangrijk gevonden om samen te gaan werken. Uiteindelijk zijn door allerlei grotere belangen de beide verenigingen in 2007 gefuseerd en gaan nu verder onder de naam KansPlus.
Hoe zit dat nou?
De vereniging wordt aangestuurd door het landelijk bestuur. Het bestuur legt verantwoording af aan de algemene ledenvergadering. Daarnaast wordt het bestuur geadviseerd door de verenigingsraad. In die raad zitten vertegenwoordigers van ledengroepen en cliëntenraden aangesloten bij het steunpunt zeggenschap en medezeggenschap voor mensen met een verstandelijke handicap.
Wat willen ze?
KansPlus behartigt belangen op elk niveau zowel landelijk als regionaal, zowel collectief als individueel. In het land zijn zo’n negentig regionale ledengroepen actief. Daarnaast zijn zo’n vijftig familieverenigingen rond instellingen aangesloten bij KansPlus. Ook kent KansPlus een aantal ledengroepen rond een bepaald thema.
Regionaal is dat in de buurt?
In dit deel van Gelderland heeft in die tijd de afdeling van de voormalige VOGG de naam “Gelderse Achterhoek” gekregen. Ook nu in de nieuwe situatie blijven we deze naam voeren. Alleen is de afdeling nu een regionale ledengroep geworden.
Familieverenigingen rond instellingen
Een instelling of internaat in de buurt is bijvoorbeeld Fatima in Nieuw -Wehl met het werkverband “Fatima – Vereniging Cliëntenorganisatie”. De afzonderlijke werkverbanden zijn over het algemeen georganiseerd als stichtingen, die dan lid waren van het WOI. In de nieuwe situatie blijven de werkgroepen ook bestaan, alleen worden die nu ledengroepen rond instellingen genoemd. Deze werkgroepen zijn nu geen lid meer, maar zijn het de afzonderlijke leden van de werkgroep.
Ledengroepen rond een bepaald thema
Ook zijn er ledengroepen die opgezet zijn rond een bepaald thema. Zo is er het Landelijk Netwerk Kritische Ouders (lnko) die in 1996 is ontstaan en de Werkgroep Broers en zussen die al veel langer actief is. Hoe werkt het dan?
Onder de paraplu van het landelijk bestuur kan elke ledengroep groeien, doordat er bijvoorbeeld leden zijn die specifieke belangen vertaald zien bij een bepaalde ledengroep. Ledengroepen kunnen ook kleiner worden omdat er leden zijn die overstappen naar een andere ledengroep of soms kunnen ledengroepen zelfs ophouden te bestaan, doordat er bijvoorbeeld niemand is die “de kar wil trekken”. Afzonderlijk blijft men dan gewoon lid van KansPlus. Alleen wordt er dan niets in de buurt georganiseerd maar alleen landelijk.
Wat krijg ik voor mijn geld?
De vereniging int contributie, die nu voor alle leden (VOGG en WOI) gelijk is. Er waren leden die bijvoorbeeld lid waren van beide organisaties. Nu betaalt men maar één keer contributie. Een groot deel van die contributie blijft in “Utrecht” omdat dit opgaat in allerlei landelijke activiteiten.
Ik noem hierbij de juridische ondersteuning bij problemen, druk uitoefenen op de politieke partijen en overheid, het betalen van personeel en het uitgeven van allerlei publicaties (o.a. het informatietblad PlusPunt dat vijf keer per jaar verschijnt). Een kleiner deel vloeit terug naar de ledengroepen, die dan met dit geld aan de slag kunnen. De regionale ledengroep de Gelderse Achterhoek?
De ledengroep omvat de gemeentes Aalten, Berkelland, Oost Gelre, Winterswijk en het voormalige Wisch, nu opgegaan in de gemeente Oude IJsselstreek. Ik, die dit verhaal schrijf, ben secretaris van de ledengroep Gelderse Achterhoek en wil daarom natuurlijk reclame maken door ons aan u voor te stellen.
Het bestuur Gelderse Achterhoek wordt gevormd door:
– voorzitter: Theo Bloemenkamp, (Groenlo) - secretaris: Cor Dekker, (Eibergen) - ledenadministratie: Lucie Engelbarts, (Lichtenvoorde) - penningmeester: Herman Kouwert, (Groenlo) Onze activiteiten.
Elk jaar organiseert de ledengroep een familiedag. We hebben diverse keren folders verspreid. Ook heeft de ledengroep bezochte openbare thema-avonden georganiseerd. We zijn in de publiciteit getreden d.m.v. persberichten, interviews in kranten en optredens in programma’s op de lokale radiostations.
En wat momenteel erg belangrijk is, ten gevolge van de tegenwoordige decentralisatie van verantwoordelijkheden door de overheid, is de lokale vertegenwoordiging in de diverse gemeentelijke gehandicapten platforms en Wmo-raden.
Wat hierbij wel jammer is, is het chronische gebrek aan vrijwilligers die zich gemotiveerd willen inzetten in het belang van anderen want ook hierbij is “vele handen maken licht werk” van toepassing. Het ledenaantal. Dit doen we voor onze ledengroep die ca 110 personen bestaat. Dit zijn 105 betalende hoofdleden en een aantal bijzondere leden zoals het tweede ouderlid e.d. Ten slotte. Als slot wil ik benadrukken dat het in tegenstelling tot wat het lijkt, toch slechter gaat in de zorg. Alle vragen en problemen hierbij zijn niet gemakkelijk op te lossen, zoals men misschien wel denkt. Door allerlei bezuinigingen op financieel vlak, kritische balans in het aantal verzorgers, experimenten in woonvormen en opvang, krijgen de mensen die hiervan afhankelijk zijn steeds minder zorg. Men zal zich wel degelijk moeten inspannen om de kwaliteit te verbeteren of te behouden.
Het was en het blijft verschrikkelijk belangrijk dat er medemensen zijn die zich inzetten voor de belangen van hen die dit niet kunnen. Organisaties zoals ouderverenigingen hebben hierdoor bestaansrecht maar hebben hiervoor wel uw steun nodig.
Met vriendelijke groeten,
Cor Dekker (secr)