Publicatie handreiking Wmcz 2018 en modelmedezeggenschapsregeling
KansPlus heeft samen met het Landelijk Steunpunt (mede)zeggenschap (LSR) en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) een handreiking Wmcz 2018 en een model medezeggenschapsregeling ontwikkeld.
De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018) treedt op 1 juli 2020 in werking. Vanaf dat moment moeten zorgaanbieders onder andere aan de slag met het organiseren van inspraak (artikel 2). Vanaf 1 januari 2021 moeten zorgaanbieders en cliëntenraden gaan werken met de nieuwe medezeggenschapsregeling. De handreiking en de modelregeling bieden een handvat hiervoor.
Samenwerking
KansPlus, LSR en de VGN hebben de handreiking gezamenlijk opgesteld. Hiervoor zijn vragen, wensen en ideeën opgehaald bij cliënten, verwanten en zorgaanbieders. Onder andere tijdens een werkconferentie, op het congres cliëntenraden en tijdens verschillende ledenbijeenkomsten van de VGN. Er is vanuit verschillende perspectieven naar de implementatie van de Wmcz 2018 gekeken.
In de handreiking wordt de inhoud van de Wmcz 2018 beschreven. Ook staan de belangrijkste verschillen tussen de Wmcz en de Wmcz 2018 in de handreiking. De handreiking is gemaakt voor bestuurders, medewerkers en leden van (centrale) cliëntenraden die zich voorbereiden op de overgang van de Wmcz naar de Wmcz 2018.
Model medezeggenschapsregeling
Organisaties hebben tot 1 januari 2021 de tijd om met hun cliëntenraden een medezeggenschapsregeling af te stemmen, waarbij de cliëntenraad instemmingsrecht heeft. Het model medezeggenschapsregeling geeft aan hoe je de onderwerpen vanuit de Wmcz 2018 kunt regelen. Het model zegt hoe het kan en niet hoe het moet. Zorgorganisaties en cliëntenraden kunnen uiteraard eigen keuzes maken.
In de modelregeling staan twee varianten. Eén modelregeling voor de cliëntenraad. Dit model gebruik je wanneer je één cliëntenraad hebt, of voor een decentrale / lokale cliëntenraad. Het tweede model is voor de centrale cliëntenraad. Dit model kan ook gebruikt worden voor andere koepelraden zoals een divisieraad of een regionale cliëntenraad. Bij elk artikel in de modelregeling staat een toelichting.
Inspraak
Inspraak is een nieuw onderdeel van de wet. Het regelen van inspraak is verplicht voor zorgorganisaties met cliënten die langdurig verblijven. De wet schrijft niet voor hoe je dat doet. Zo kunnen zorgorganisaties op hun eigen manier inspraak regelen die het beste past bij de organisatie en de doelgroep.
Begin 2020 is er een handreiking inspraak en een samenvatting gepubliceerd. De handreiking en eenvoudige samenvatting zijn hier te downloaden: https://www.kansplus.nl/produkten-en-diensten/publicaties/handreiking-inspraak-in-de-wmcz2018/
Coulance bij de implementatietermijn
Een aantal organisaties (VGN, LOC, ActiZ, GGZ Nederland, Zorgthuisnl en Jeugdzorg Nederland) hebben in april uitstel gevraagd met betrekking tot de implementatie van de nieuwe Wmcz 2018 voor de zorgorganisaties die door de coronacrisis nog niet in alle opzichten aan de wet voldoen. De minister heeft geen expliciet uitstel verleend voor de implementatie van de medezeggenschapsregelingen. De minister en de Inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGJ) geven aan dat er coulant wordt omgegaan met de implementatie van de wet. KansPlus/VraagRaak is tevreden dat de Wmcz 2018 op 1 juli gewoon van kracht wordt.
Model medezeggenschapsregelingen_15 juni 2020
Resultaat gesprekken over ontheffing familie uit beschermingsbewind
In de media kwamen eind 2019 verontrustende berichten binnen; zorgaanbieders stappen naar de rechter om lastige families die tevens mentor zijn, uit hun rol te ontslaan en een andere mentor te benoemen. Volgens de media zou het om enkele duizenden verzoeken van zorgaanbieders gaan. In de publiciteit werd vooral de aandacht gelegd op het mentorschap. De procedures met betrekking tot benoeming en ontslag van een curator zijn gelijk aan die voor een mentor of bewindvoerder. Dus curatoren en bewindvoerders kunnen bij onenigheid met een zorgaanbieder in een vergelijkbare positie komen als een mentor.
Naar aanleiding van de berichten in de media hebben KansPlus, Sien en Ieder(in) brieven gestuurd naar het ministerie voor Justitie en Veiligheid, de Raad voor de rechtspraak en de VGN. Zie onze eerdere berichtgeving hierover op https://www.kansplus.nl/2020/01/01/brieven-kansplus-sien-en-iederin-aan-relevante-organisaties-inzake-ontheffing-familie-uit-beschermingsbewind/ .
Inmiddels zijn ook gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Raad voor de rechtspraak en de VGN.
Uit deze gesprekken komt het volgende beeld naar voren:
Er komen inderdaad verzoeken vanuit zorgaanbieders bij de kantonrechter om een mentor of bewindvoerder voor een client aan te stellen. Bij de meeste verzoeken gaat het om situaties waarbij er nog helemaal geen wettelijke vertegenwoordiger is voor een cliënt. We vinden het terecht als een zorgaanbieder hier het initiatief in neemt.
Vanuit de zorgaanbieders is er een beperkt aantal aanvragen waar het gaat om het ontslaan van een huidige mentor en het benoemen van een nieuwe.
Een nieuwe mentor kan om twee redenen worden benoemd:
- De huidige mentor voert zijn of haar taken niet goed uit. Bijvoorbeeld: hij/zij is nooit of niet goed bereikbaar, onderhoudt geen of nauwelijks contact met de cliënt, laat (vaak) verstek gaan bij besprekingen over de cliënt. In deze gevallen vinden wij het terecht dat de zorgaanbieder naar de rechter gaat. Het is in het belang van de cliënt dat hij/zij een goed functionerende mentor heeft.
- In een klein aantal gevallen gaat het om situaties waarbij er sprake is van een ernstig verstoorde relatie en/of vastgelopen meningsverschillen tussen de zorgaanbieder en de mentor. We vinden dat dit nooit een reden mag zijn om de mentor te ontslaan, zeker niet als het gaat om een naaste verwant. Ontslaan van de verwant als mentor lost het probleem in de relatie niet op, de tegenstellingen zullen zich eerder verscherpen.
Raad voor de rechtspraak
De gangbare procedure zoals die ons door de raad voor de rechtspraak is uitgelegd is de volgende:
- Als een verzoek wordt ingediend om een mentor aan te stellen, kijkt de rechter eerst of er in de naaste familie van de cliënt iemand is die deze rol kan en wil vervullen. Ook wordt aan de cliënt zelf, als deze hiertoe in staat is, gevraagd wat hij/zij er van vindt om een mentor te krijgen en wie dat dan zou moeten zijn.
- Vaak komen cliënt en familie samen bij de rechter. Als de rechter vermoedt dat de cliënt zich in dat gesprek niet vrij kan uiten, kan de rechter besluiten voor te stellen even apart met de cliënt te praten.
- Als dat niet het geval is, wordt aan degene die het mentorschap aanvraagt, gevraagd met een voorstel te komen wie tot mentor benoemd kan worden.
- Als een verzoek bij de rechtbank komt om een reeds aangestelde mentor de ontslaan en een nieuwe te benoemen, wordt altijd eerst contact opgenomen met de betrokken mentor om diens verhaal te horen. Ook wordt indien mogelijk door de rechter met de cliënt zelf gesproken. De rechter kan op basis deze gesprekken besluiten verder onderzoek te doen naar de redenen voor het ontslagverzoek.
- Als een mentor ontslagen wordt, krijgt hij/zij hiervan altijd een beschikking waartegen in beroep gegaan kan worden.
De rechters geven aan het absoluut onwenselijk te vinden om een mentor/verwant uit de rol van mentor te ontslaan vanwege een verstoorde relatie met de zorgaanbieder en vastgelopen meningsverschillen over wat voor een cliënt goed is. Toch kan het voorkomen dat de rechter van mening is tot een dergelijk besluit te moeten komen, waar dus altijd bezwaar tegen kan worden aangetekend.
Reactie cliëntenorganisaties
Op zich ziet deze procedure er zorgvuldig uit. Een belangrijke aanvulling moet echter zijn dat een ontslagverzoek vanwege een verstoorde relatie en vastgelopen meningsverschillen, alleen in behandeling mag worden genomen als hier een zorgvuldig mediation traject aan vooraf is gegaan. Ook vinden we dat, indien een familielid het mentorschap ontnomen wordt, in de beschikking moet worden opgenomen dat de nieuwe mentor al het mogelijke moet doen om de relaties in de driehoek cliënt – familie – zorgverleners te verbeteren. De vertegenwoordigers van de Raad voor de rechtspraak hebben toegezegd deze punten mee te nemen in hun adviezen aan de kantonrechters.
Als cliëntenorganisaties vinden we dat het niet wenselijk is als zorgaanbieders zelf kunnen voorstellen welk commercieel bureau voor het mentorschap in aanmerking zou moeten komen. Hoewel er geen formele belangenverstrengeling hoeft te zijn, hebben deze bureaus er belang bij niet als lastig en kritisch gevonden te worden om de mogelijkheid van toekomstige voordrachten niet in gevaar te brengen. We overwegen om deze punten bij de politiek aan te kaarten en te verzoeken de wet aan te passen.
Hoewel we de indruk hebben dat de procedure zorgvuldig is, kunnen we ons voorstellen dat er mensen zijn die hier mee te maken hebben gehad en wat hen overkomen is als zeer onzorgvuldig hebben ervaren. Als u zelf negatieve ervaringen heeft, aarzel dan niet om dat met ons te delen.
KansPlus, Sien, Ieder(in)- 30 maart 2020
Deze tekst zal ook als artikel verschijnen in PlusPunt van juni 2020.
Eerste Kamer stemt in met nieuwe regels Wajong
Op 26 mei 2020 stemde de Eerste Kamer in met het wetvoorstel vereenvoudiging Wajong van staatssecretaris Van Ark, Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hiermee is het wetvoorstel aangenomen. Nieuw is dat de studiemaatregelen al met het nieuwe studiejaar ingaan. Ook is er een uitzondering gemaakt voor een specifieke groep Wajongers. De regels die te maken hebben met de hoogte van de aanvullende Wajong-uitkering voor werkende Wajongers gaan per 2021 in, net als het uitbreiden en verbreden van de regels rond het eindigen en herleven van het recht op Wajong.
Uitgangspunt van de nieuwe wet is dat werken moet lonen.
Zie voor meer informatie op https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/nieuws/2020/05/26/eerste-kamer-stemt-in-met-nieuwe-regels-wajong
Jaarverslag 2019 Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV)
De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) is bemiddelaar en scheidsrechter bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders. De LCvV verricht haar werkzaamheden op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). De Wmcz schrijft voor dat een zorgaanbieder en diens cliëntenraad een commissie van vertrouwenslieden instelt of gebruik maakt van een commissie die is ingesteld door een of meerdere organisaties van cliënten en een of meerdere organisaties van zorgaanbieders.
De LCvV wordt in stand gehouden door brancheorganisaties ActiZ, GGZ Nederland, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de NVZ vereniging van ziekenhuizen alsmede door drie organisaties van cliëntenraden: LOC, het LSR en KansPlus. Voor de aansturing is een stuurgroep in het leven geroepen waarin deze organisaties vertegenwoordigd zijn.
In het jaarverslag 2019 staat onder andere een overzicht van de uitspraken van de LCvV. Het jaarverslag is te lezen via de website van de LCvV https://www.vertrouwenslieden.nl en is hieronder te downloaden.
Internetconsultatie zwijgcontracten zorg
Er staat een internetconsultatie open over zwijgcontracten. Het betreft een wijziging van diverse wetten in verband met zwijgbedingen in Jeugdzorg, zorg en ondersteuning. De einddatum van deze consultatie is 1 juni. Zie https://www.internetconsultatie.nl/zwijgcontracten.
Het wetsvoorstel ziet op incidenten in de volgende sectoren:
– zorg als bedoeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ( https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kwaliteit-van-de-zorg/wet-kwaliteit-klachten-en-geschillen-zorg);
– jeugdzorg, dat wil zeggen jeugdhulp, reclassering en kinderbeschermingsmaatregelen als bedoeld in de Jeugdwet;
– maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), voor zover het gaat om beschermd wonen en maatschappelijke opvang;
– Veilig Thuis (het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling).
Voor deze sectoren zijn regels gesteld ten aanzien van kwaliteit en goed bestuur. Het wetsvoorstel sluit aan bij die normering en regelt dat zwijgbedingen in strijd zijn met de eisen aan kwaliteit en goed bestuur. De belangrijkste doelgroepen die door de regeling worden geraakt zijn derhalve de aanbieders en cliënten in deze sectoren van de Wkkgz, Jeugdwet en de Wmo2015.
De twee documenten waarop gereageerd gereageerd kan worden zijn het wetsvoorstel zwijgcontracten 2020 en de memorie van toelichting zwijgcontracten 2020.
Wetsvoorstel zwijgcontracten 2020
Memorie van Toelichting Zwijgcontracten 2020
Kennisdelen door verwanten als waardevolle bijdrage in onderzoek naar de zorg voor mensen met probleemgedrag
Zorginstituut Nederland doet onderzoek naar ervaringen van verwanten over de zorg die gegeven wordt aan mensen met een verstandelijke beperking en probleemgedrag zoals agressie en zelfverwonding. Wat is het onderliggende probleem? De ervarigen van naasten zijn zeer waardevol om de zorg te verbeteren.
Er zijn drie digitale bijeenkomsten gepland waar maximaal 3 verwanten aan deel kunnen nemen.
De volgende data zijn hiervoor gereserveerd:
18 mei van 13.30 – 15.30 uur en van 19.00 – 21.00
19 mei van 19.00 – 21.00 uur
Aanmelden voor deze bijeenkomsten is niet meer mogelijk. Wij danken iedereen die heeft meegewerkt voor hun medewerking en openhartigheid.
Meer informatie kunt u hier lezen: Uitnodiging KansPlus en Zorginstituut Nederland_1205
Brochure in makkelijk Nederlands over corona
De Rijksoverheid heeft in samenwerking met Buro Opaal en LFB een brochure gemaakt over het coronavirus. Het coronavirus is er- wat moet ik doen?
De brochure is hier te downloaden.
Op https://corona.steffie.nl/nl/ staat een fimpje met uitleg over corona.
Coronacrisis: Advies bezoekregeling gehandicaptenzorg
De gehandicaptenzorg kent veel verschillende woon- en verblijfsvormen. Iedere locatie is anders en cliënten verschillen. In de adviesbezoekregeling gehandicaptenzorg staat een advies aan zorginstellingen hoe met bezoek om te gaan. Het advies is opgesteld door de brancheorganisatie van zorginstellingen (VGN) samen met cliëntenorganisaties, waaronder KansPlus.
De rijksoverheid heeft in samenwerking met LFB en Buro Opaal een brochure gemaakt in begrijpelijke taal over de bezoekregeling in de gehandicaptenzorg tijdens de coronacrisis. De brochure is hier te downloaden.
Voor de psychische en sociale gezondheid is van essentieel belang is dat mensen met een beperking contact kunnen houden met hun (gezins)systeem.
Tegelijkertijd nemen de risico’s op verspreiding van besmetting toe en zijn ingrijpende maatregelen nodig om bewoners, naasten en de medewerkers te beschermen. Deze situatie leidt tot een gezamenlijk standpunt dat weliswaar op dit moment voor de gehandicaptenzorg (nog) géén algemeen tijdelijk verbod op bezoek in wordt gesteld.
We gaan uit van het algemene principe “Nee, tenzij…”
De brancheorganisatie van zorginstellingen gehandicaptenzorg VGN kwam tot de genoemde afweging na overleg met de cliëntenorganisaties Ieder(in), KansPlus, LSR en LFB, alsmede het ministerie van VWS en de NVAVG. Het RIVM adviseerde bij het opstellen van de regeling.
De regeling wordt aangepast als de situatie verandert.
Zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg krijgen het advies om bij berichtgeving over bezoek de volgende uitgangspunten te hanteren:
Gezondheid staat voorop. En wij dragen allemaal bij aan het voorkomen van de verspreiding van het virus.
- De landelijke (en eventueel lokaal aanvullende) maatregelen blijven leidend.
- De situatie verschilt per regio. Zo gelden op dit moment in Noord-Brabant en Limburg strengere eisen dan in andere regio’s.
- Op aanwijzing van het ROAZ, de regionale GGD of GHOR kan het “Nee, tenzij…” beleid later worden aangescherpt. Deze aanwijzing(en) staan niet ter discussie en moeten, hoe pijnlijk wellicht ook, direct worden opgevolgd, in het belang van de gezondheidssituatie in de regio.
- Omdat er sprake is van een nationale crisis maakt de zorgaanbieder op organisatieniveau de risicoafweging en heeft oog voor de diversiteit aan locaties.
- Bepaal als aanbieder of bezoekers (verwanten of andere cruciale personen) toegelaten worden op zorglocaties.
- Als op een locatie corona is vastgesteld, geldt hoe dan ook een bezoekverbod.
- Informeer alle ouders/verwanten en cruciale personen over bezoekbeleid.
- Communiceer in passende, eenvoudige, begrijpelijke taal.
- Vraag bezoekers om contact zoveel mogelijk via digitale kanalen te organiseren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van videobellen of Whatsapp.
- Waak er voor dat elk risicoprofiel is gebaseerd op zowel het medische, als het psychisch/sociaal-emotionele functioneren van de cliënt.
- Toon begrip voor elk gedrag en emotionele uitlatingen onder betrokkenen.
- Vraag voortdurend aandacht voor de juist hygiënemaatregelen.
- Geef alle betrokkenen het advies om zo min mogelijk reisbewegingen maken.
“Nee, tenzij…” beleid
Iedere locatie is anders. Het uitgangspunt is dat de zorgaanbieder op basis van een risicoafweging eigen beleid formuleert voor de locaties. Daarbij geldt een “Nee, tenzij…” beleid. Dit betekent dat er geen bezoek mogelijk is, tenzij het contact met de familie/ vrijwilliger van essentieel belang is voor de cliënt. Bijvoorbeeld omdat deze actief betrokken is bij de dagelijkse zorgverlening, of omdat het voor het emotioneel/ psychisch welzijn van de cliënt belangrijk is dat er contact is met de verwant belangrijke andere (lees cruciale persoon). Dan is het een overweging hen te benaderen als ‘zorgmedewerker’. Uiteraard indien zij klachtenvrij zijn.
Geen bezoek ontvangen tenzij noodzakelijk:
- Alleen medewerkers en cruciale personen (verwant, vrijwilliger) mogen naar binnen.
- Cruciale personen zijn mensen (veelal verwant) die nodig zijn voor de continuïteit van de zorg en de dienstverlening of voor het emotioneel/psychisch welzijn van de cliënt erg belangrijk zijn.
- Een cruciale persoon moet klachtenvrij zijn.
- Per dag 1 bezoeker per client en maximaal 1 uur.
- Bezoekers blijft op 1,5 meter afstand van cliënten en zorgmedewerkers.
- Bezoekers wassen hun handen bij binnenkomst én bij vertrek.
- De dagelijkse bezoeker vermijdt gemeenschappelijke ruimtes. Er is alleen contact in de eigen ruimte of bijvoorbeeld buiten afspreken, om te gaan wandelen met minimale afstand van 1.5 meter.
- Als de familie/wettelijke vertegenwoordigers een cliënt die in een instelling woont wil ophalen om voor een periode naar huis te gaan, blijft die cliënt bij zijn familie tot de bezoekersregeling is opgeheven.
- Voor jeugdigen in jeugdhulpinstellingen gelden deze uitgangspunten ook.
We zijn ons ervan bewust hoe ingrijpend de Corona crisis ingrijpt op de kwaliteit van leven. We moeten doen wat nodig is om verspreiding van het virus te voorkomen en de gezondheid van bewoners, naasten en medewerkers te beschermen en bevorderen. Ons wacht een zware opgave de komende tijd. We houden dit alleen vol als we het samen doen en oog hebben voor elkaar.
P1-Coronavirus-en-bezoek-in-de-gehandicaptenzorg
KansPlus zoekt nieuwe bestuursleden voor het landelijk bestuur
KansPlus zoekt leden voor het Landelijk Bestuur die vormgeven aan een dynamische belangenorganisatie die de kwaliteit van leven van mensen met een verstandelijke beperking voorop stelt.
KansPlus wil meer zijn dan zo maar een vereniging. Door middel van afspraken en afstemming met ledengroepen, cliëntenraden, familieverenigingen en andere organisaties in de zorg geven we inhoud aan onze opdracht van belangenbehartiging en individuele dienstverlening. Leden van KansPlus zijn het fundament van de vereniging. Ook het betrekken van andere groepen en verenigingen bij onze activiteiten vinden wij belangrijk.
De leden van het Landelijk Bestuur steken zelf de handen uit de mouwen, ondersteund door een professioneel bureau met een directeur. Dat vraagt dus om kennis van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en ook om bestuurlijk inzicht en handigheid. Bovendien vraagt het om beschikbaarheid je in te zetten, de KansPlus visie uit te dragen en om op bijeenkomsten een inbreng te hebben.
Het Landelijk Bestuur telt nu 4 leden. We streven naar totaal 7 leden. We zijn op zoek naar nieuwe bestuursleden ter vervanging van zittende leden en om het huidige bestuur uit te breiden.
Benieuwd wat voor bestuursleden wij zoeken? Hierna volgt een korte beschrijving van de functies.
Voorzitter
Deze is het boegbeeld van KansPlus en is bij voorkeur een ervaringsdeskundige als verwant van een persoon met een verstandelijke beperking. De voorzitter weet wat leiderschap is van een organisatie. En kan leden en bestuursleden inspireren om zich in te zetten voor KansPlus. Veranderen en vernieuwen hoort daarbij als dat nodig is.
Een goed extern netwerk in de langdurige zorg is een pre. Maar ook om kunnen gaan met de verschillende groepen binnen het netwerk hoort er bij.
Verder is een goed werkgeverschap voor de bureaumedewerkers een vereiste, waarbij er sprake is van een goede samenwerking en verstandhouding met de directeur.
Bestuursleden:
- die bekend zijn met zowel de inhoud van de zorg als met de wet- en regelgeving.
- die kennis hebben van werk- en inkomen en maatschappelijke ondersteuning voor mensen met een beperking.
- die een netwerk bij andere cliëntenorganisaties en zorgaanbieders hebben is een pre
- die ervoor zorgen dat onze manier van werken, organiseren en communiceren is zoals de huidige tijd vraagt
Heb je belangstelling voor één van de functies?
Wij maken graag kennis met je. Neem contact met Dickie van de Kaa, directeur van KansPlus via d.vandekaa@kansplus.nl of 030 2363744.
kansplus_advertentiebestuursleden_03032020
Informatie over de KlachtenCommissie Onvrijwillige Zorg (KCOZ)
Deze bijeenkomst is geannuleerd. Op een later moment volgt nieuwe informatie.
De Klachtencommissie Onvrijwillige Zorg (KOCZ) is ingesteld door de brancheorganisaties ActiZ en VGN, samen met cliënten- organisaties Ieder(in), KansPlus, LOC Waardevolle Zorg en het LSR.
De KCOZ is er voor klachten over de Wet zorg en dwang en heeft sinds februari 2020 ook een eigen website: www.kcoz.nl.
De KCOZ beoordeelt klachten over onderwerpen die in de Wet zorg en dwang worden genoemd. Zorgorganisaties uit de ouderenzorg, thuiszorg en gehandicaptenzorg kunnen ervoor kiezen dat Wzd-klachten door de KCOZ worden behandeld. De KCOZ behandelt alleen Wzd-klachten die betrekking hebben op zorgorganisaties die de KCOZ met deze taak hebben belast. Zij kunnen echter ook voor een andere klachtencommissie kiezen. Welke keuze een zorgorganisatie heeft gemaakt, blijkt uit de klachtenregeling van de zorgorganisatie.
Klachten kunnen niet rechtstreeks bij de KCOZ worden ingediend. Iedereen die overweegt om een Wzd-klacht in te dienen, kan contact opnemen met een cliëntenvertrouwenspersoon Wzd. Deze is onafhankelijk van de zorgaanbieder en heeft onder meer de taak om cliënten, hun vertegenwoordigers of nabestaanden te adviseren en bij te staan bij het doorlopen van de klachtenprocedure. Meer over de cliëntvertrouwenspersoon kunt u hier lezen. Cliëntenvertrouwenspersonen Wzd zijn werkzaam bij Zorgstem, Adviespunt Zorgbelang, het LSR en Quasir.
Met klachten kan ook contact opgenomen worden met de klachtenfunctionaris die werkzaam is bij de zorgorganisatie waarop de klacht betrekking heeft. De klachtenfunctionaris adviseert over de aanpak van klachten en kan helpen bij het zoeken van een informele oplossing van de klacht. Hij staat de klager echter niet bij tijdens een procedure bij de KCOZ.
Een zorgorganisatie die een Wzd-klacht wil doorsturen naar de KCOZ, neemt contact op met de KCOZ.
Meer informatie over de commissie en over de klachtbehandeling is te vinden op de website van de KCOZ : www.kcoz.nl.