Er zijn verschillende manieren waarop mensen met een (verstandelijke) beperking en ouderen officieel vertegenwoordigd kunnen worden als zij zelf hun belangen niet meer kunnen behartigen. Vaak is er onduidelijkheid over de vertegenwoordiging van patiënten en cliënten en leidt dit tot conflicten tussen zorgverleners en bijvoorbeeld de familie van de patiënt. In 2019 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht hoe die vertegenwoordiger verbeterd kan worden in het rapport Goede vertegenwoordiging. Zie deze link . Volgens de Gezondheidsraad ontstaat een deel van de onduidelijkheid doordat vertegenwoordiging in verschillende zorgwetten niet exact op dezelfde manier is vastgelegd. De raad adviseert dan ook om de Zorgverzekeringswet, Wet maatschappelijke ontwikkeling en Wet langdurige zorg op dit vlak gelijk te trekken.
Op 17 augustus 2021 heeft Minister de Jonge van VWS zijn reactie gegeven op dit rapport Goede vertegenwoordiging van de Gezondheidsraad. Hij is niet voornemens om het advies de wet aan te passen op te volgen en verwacht meer van een betere voorlichting bij het grotere publiek en bij betrokken zorgverleners. De minister wil met betrokken partijen om tafel gaan en afspraken maken over het opstellen van een handreiking waarmee betrokkenen bij de start van een zorgrelatie kunnen bespreken wat zij van elkaar verwachten, wat ieders verantwoordelijkheid is en wat te doen in geval van verschil van mening. Via deze link is de volledige reactie van de minister te lezen.
KansPlus volgt dit dossier actief. Zie ook https://www.kansplus.nl/2021/01/21/brief-aan-tweede-kamer-over-goede-vertegenwoordiging/