Als je zorg krijgt bij de gemeente, moet je zelf voor een woning zorgen. Dat kan zijn dat je nog bij je ouders woont of dat je zelfstandig een woning huurt. Er zijn in sommige gemeenten ook mogelijkheden om in een wooncomplex te wonen met meer mensen met een verstandelijke beperking. Iedereen heeft dan wel een eigen appartement, maar soms is er ook een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte bij. Ook is er soms een kantoortje voor begeleiders, zodat je daar gemakkelijk naar toe kunt gaan als je even ergens hulp bij nodig hebt.
De gemeente heeft wel de mogelijkheid voor tijdelijk wonen met begeleiding als het een tijd niet goed met je gaat. En als je daardoor bijvoorbeeld gaat zwerven of in de problemen komt door het gebruik van drugs of alcohol. Deze tijdelijke opvang is bedoeld om je te helpen je leven weer goed op orde te krijgen. Daarna is het de bedoeling dat je weer op jezelf gaat wonen.
Als je voor een langere tijd meer intensieve begeleiding nodig hebt kan het dus zijn dat je niet door de gemeente geholpen wordt, maar door een zorginstelling. Dan zijn het wonen en de begeleiding aan elkaar gekoppeld. Voor het wonen zijn er soms wel verschillende mogelijkheden. Sommige instellingen hebben speciale woningen voor intensieve begeleiding op het terrein van de instelling. Andere hebben dergelijke woningen ook in de samenleving.