Dit jaar zijn de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz (Wvggz) geëvalueerd. Beide wetten zijn in 2020 ingegaan. Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) heeft cliëntenorganisaties en aanbieders van cliëntenvertrouwenspersonen uitgenodigd om de bevindingen van de wetsevaluatie vanuit cliëntenperspectief te horen.
Op 6 december vond dit gesprek plaats. Namens KansPlus nam José Laheij, vice-voorzitter van het landelijk bestuur van KansPlus, deel aan dit gesprek.
De cliëntenorganisaties KansPlus, LSR, Alzheimer NL en Ieder(in) vinden het belangrijk dat de minister kennis heeft willen nemen van het cliëntenperspectief. Zij vinden dat de kern van de wetsevaluatie Wet zorg en dwang (Wzd) teveel focust op wat niet goed functioneert en focust op de bureaucratie. De cliëntenorganisaties vinden dat in de wetsevaluatie het cliëntenperspectief zeer beperkt is meegenomen. Ook vinden zij de rol van cliëntenvertrouwenspersoon Wzd onderbelicht. Zij maken zich dan ook zorgen over de rechtsbescherming van cliënten die te maken krijgen met onvrijwillige zorg.
Voorkomen van onnodige onvrijwillige zorg
KansPlus vindt dat er meer aandacht moet zijn voor de bedoeling van de wet: het voorkomen van onnodige onvrijwillige zorg. Hierbij moet er ook aandacht zijn voor de rol van naasten met ervaringskennis.
De minister heeft nadrukkelijk haar steun uitgesproken om aandacht te geven aan de bedoeling van de wet en aan preventie van onvrijwillige zorg. De cliëntorganisaties hopen dan ook dat dit bij de verdere uitwerking van de wetsevaluatie wordt meegenomen.
Kamerbrief aanbieding eindrapport wetsevaluatie Wvggz-Wzd