In de media kwamen eind 2019 verontrustende berichten binnen; zorgaanbieders stappen naar de rechter om lastige families die tevens mentor zijn, uit hun rol te ontslaan en een andere mentor te benoemen. Volgens de media zou het om enkele duizenden verzoeken van zorgaanbieders gaan. In de publiciteit werd vooral de aandacht gelegd op het mentorschap. De procedures met betrekking tot benoeming en ontslag van een curator zijn gelijk aan die voor een mentor of bewindvoerder. Dus curatoren en bewindvoerders kunnen bij onenigheid met een zorgaanbieder in een vergelijkbare positie komen als een mentor.
Naar aanleiding van de berichten in de media hebben KansPlus, Sien en Ieder(in) brieven gestuurd naar het ministerie voor Justitie en Veiligheid, de Raad voor de rechtspraak en de VGN. Zie onze eerdere berichtgeving hierover op https://www.kansplus.nl/2020/01/01/brieven-kansplus-sien-en-iederin-aan-relevante-organisaties-inzake-ontheffing-familie-uit-beschermingsbewind/ .
Inmiddels zijn ook gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Raad voor de rechtspraak en de VGN.
Uit deze gesprekken komt het volgende beeld naar voren:
Er komen inderdaad verzoeken vanuit zorgaanbieders bij de kantonrechter om een mentor of bewindvoerder voor een client aan te stellen. Bij de meeste verzoeken gaat het om situaties waarbij er nog helemaal geen wettelijke vertegenwoordiger is voor een cliënt. We vinden het terecht als een zorgaanbieder hier het initiatief in neemt.
Vanuit de zorgaanbieders is er een beperkt aantal aanvragen waar het gaat om het ontslaan van een huidige mentor en het benoemen van een nieuwe.
Een nieuwe mentor kan om twee redenen worden benoemd:
- De huidige mentor voert zijn of haar taken niet goed uit. Bijvoorbeeld: hij/zij is nooit of niet goed bereikbaar, onderhoudt geen of nauwelijks contact met de cliënt, laat (vaak) verstek gaan bij besprekingen over de cliënt. In deze gevallen vinden wij het terecht dat de zorgaanbieder naar de rechter gaat. Het is in het belang van de cliënt dat hij/zij een goed functionerende mentor heeft.
- In een klein aantal gevallen gaat het om situaties waarbij er sprake is van een ernstig verstoorde relatie en/of vastgelopen meningsverschillen tussen de zorgaanbieder en de mentor. We vinden dat dit nooit een reden mag zijn om de mentor te ontslaan, zeker niet als het gaat om een naaste verwant. Ontslaan van de verwant als mentor lost het probleem in de relatie niet op, de tegenstellingen zullen zich eerder verscherpen.
Raad voor de rechtspraak
De gangbare procedure zoals die ons door de raad voor de rechtspraak is uitgelegd is de volgende:
- Als een verzoek wordt ingediend om een mentor aan te stellen, kijkt de rechter eerst of er in de naaste familie van de cliënt iemand is die deze rol kan en wil vervullen. Ook wordt aan de cliënt zelf, als deze hiertoe in staat is, gevraagd wat hij/zij er van vindt om een mentor te krijgen en wie dat dan zou moeten zijn.
- Vaak komen cliënt en familie samen bij de rechter. Als de rechter vermoedt dat de cliënt zich in dat gesprek niet vrij kan uiten, kan de rechter besluiten voor te stellen even apart met de cliënt te praten.
- Als dat niet het geval is, wordt aan degene die het mentorschap aanvraagt, gevraagd met een voorstel te komen wie tot mentor benoemd kan worden.
- Als een verzoek bij de rechtbank komt om een reeds aangestelde mentor de ontslaan en een nieuwe te benoemen, wordt altijd eerst contact opgenomen met de betrokken mentor om diens verhaal te horen. Ook wordt indien mogelijk door de rechter met de cliënt zelf gesproken. De rechter kan op basis deze gesprekken besluiten verder onderzoek te doen naar de redenen voor het ontslagverzoek.
- Als een mentor ontslagen wordt, krijgt hij/zij hiervan altijd een beschikking waartegen in beroep gegaan kan worden.
De rechters geven aan het absoluut onwenselijk te vinden om een mentor/verwant uit de rol van mentor te ontslaan vanwege een verstoorde relatie met de zorgaanbieder en vastgelopen meningsverschillen over wat voor een cliënt goed is. Toch kan het voorkomen dat de rechter van mening is tot een dergelijk besluit te moeten komen, waar dus altijd bezwaar tegen kan worden aangetekend.
Reactie cliëntenorganisaties
Op zich ziet deze procedure er zorgvuldig uit. Een belangrijke aanvulling moet echter zijn dat een ontslagverzoek vanwege een verstoorde relatie en vastgelopen meningsverschillen, alleen in behandeling mag worden genomen als hier een zorgvuldig mediation traject aan vooraf is gegaan. Ook vinden we dat, indien een familielid het mentorschap ontnomen wordt, in de beschikking moet worden opgenomen dat de nieuwe mentor al het mogelijke moet doen om de relaties in de driehoek cliënt – familie – zorgverleners te verbeteren. De vertegenwoordigers van de Raad voor de rechtspraak hebben toegezegd deze punten mee te nemen in hun adviezen aan de kantonrechters.
Als cliëntenorganisaties vinden we dat het niet wenselijk is als zorgaanbieders zelf kunnen voorstellen welk commercieel bureau voor het mentorschap in aanmerking zou moeten komen. Hoewel er geen formele belangenverstrengeling hoeft te zijn, hebben deze bureaus er belang bij niet als lastig en kritisch gevonden te worden om de mogelijkheid van toekomstige voordrachten niet in gevaar te brengen. We overwegen om deze punten bij de politiek aan te kaarten en te verzoeken de wet aan te passen.
Hoewel we de indruk hebben dat de procedure zorgvuldig is, kunnen we ons voorstellen dat er mensen zijn die hier mee te maken hebben gehad en wat hen overkomen is als zeer onzorgvuldig hebben ervaren. Als u zelf negatieve ervaringen heeft, aarzel dan niet om dat met ons te delen.
KansPlus, Sien, Ieder(in)- 30 maart 2020
Deze tekst zal ook als artikel verschijnen in PlusPunt van juni 2020.